Vloeren en vocht

Vloerbekledingen zijn eigenlijk de beste illustratie om het vochtfenomeen in een gebouw toe te lichten: ze komen immers in contact met alle mogelijke ‘bronnen’ van vocht. Iedere vloersoort heeft minstens twee zijden (boven en onder). Bij vloeren met een zekere dikte zoals parket en laminaat moet je daar nog de zijkanten bijtellen. Al de zijden van een vloer zijn ‘bedreigde punten’. De gradaties waarin vocht invloed kan hebben op een vloerbekleding, hangen af van de ‘bron’ van het vocht. We overlopen kort:

  • De lichtste gradatie is de luchtvochtigheid: de hoeveelheid water in de omgevingslucht is het resultaat van een samenspel van vocht en temperatuur. Dat maakt de luchtvochtigheid tot een seizoensgebonden en regiogebonden fenomeen: luchtvochtigheid verschilt in zomer of winter en is anders in Scandinavië dan in Indonesië. Buiten de normale schommelingen waarop de bouwmaterialen al lang zijn ingesteld, is ze vrij constant.
  • De tweede gradatie is bouwrestvocht: het water dat uit bouwmaterialen evaporeert oefent invloed uit op alle materialen. Voor vloeren is de grootste dreiging weliswaar het vocht in betonplaten of chape maar ook het water uit muren (bezetting) vormt doordat het de luchtvochtigheid beïnvloedt een risicobron.
  • De derde gradatie is opstijgend vocht: waar dit vele jaren geleden in heel wat bouwwerken een constante bron van vochtdreiging betekende, zal dit vandaag meestal alleen voorkomen als gevolg van een constructiefout (bescherming tussen funderingen en de rest). Bouwen ‘op de volle grond’ is volledig uit den boze.
  • De vierde gradatie is overtollig huishoudelijk of accidenteel vocht: teveel water gebruiken of water morsen is voor verschillende bouwmaterialen erg gevaarlijk. Zeker wanneer het water kan doorsijpelen naar de onderzijde.
  • De hoogste gradatie ten slotte is rechtstreekse, langdurige en overtollige toevoer: hier komen we bij de binnenbekleding van douches. Ook al is het contact met water het grootst, het risico is eerder klein aangezien het een vooraf gemaakte keuze is en men er dus rekening mee houdt van bij de installatie.

Om ons tegen vocht te beschermen zijn er in de regel twee onderscheiden strategieën: we kunnen rekening houden met het vocht en met de werking van materialen onder invloed van vocht en de ontwikkeling van onze constructie of ons materiaal daarvan laten afhangen of we kunnen, afhankelijk van de origine van het vocht bepaalde beschermende ingrepen uitvoeren.